We gebruiken begrippen als ‘identificatie’ en ‘herkenning’ veelvuldig, maar weten we eigenlijk wel precies wat deze begrippen betekenen?
De IEC 62676-4 standaard geeft exact aan wanneer we spreken van identificatie, herkenning en overzicht. Wat we ons veel minder realiseren, is dat deze termen een directe relatie hebben met TCO (Total Cost of Ownership).
Vaak worden de termen 'identificatie' en 'herkenning' gebruikt zonder dat de juiste onderbouwing daadwerkelijk bekend is. Onze eindklanten vragen niet om een camera, maar ze willen bijvoorbeeld exact weten wie er binnenkomt of ze willen een kenteken van een auto kunnen lezen bij de slagboom. Daarmee vragen ze om een specifieke functionaliteit. De camera is slechts het middel om die functionaliteit te realiseren.
Wij, en ook onze partners, vertalen de informatie die de klant ons geeft naar de technische begrippen identificatie, herkenning of overzicht en we realiseren die behoefte door het plaatsen van een camera. Wat we ons veel minder realiseren, is dat deze termen alles te maken hebben met de Total Cost of Ownership (TCO). Hoe zit dat nou precies?
IEC-EN-NEN 62676-4 standaard
De termen identificatie, herkenning en overzicht zijn niet zomaar begrippen. De IEC 62676-4 standaard geeft exact aan wanneer we spreken van identificatie, herkenning en overzicht. Daarbij zijn een aantal zaken van belang, waarbij ik de belangrijkste 3 aspecten even wil toelichten:
1. Pixeldichtheid
De standaard geeft de benodigde pixeldichtheid aan nodig is voor identificatie, herkenning en overzicht (zie onderstaande tabel).
Voorbeeld:
Wanneer een eindklant aangeeft dat ze exact willen weten wie er binnenkomt bij de ingang, dan betekent dit dat er ter hoogte van de ingang een ‘identificatielijn’ moet worden gerealiseerd. Ter hoogte van deze identificatielijn, behoort de pixeldichtheid dan 250 pixels per meter te zijn, volgens de standaard.
2. Beeldkwaliteit
De standaard beschrijft naast de pixeldichtheid, ook de bijbehorende eisen aan de beeldkwaliteit. Daarvoor verwijst de standaard naar het IEC 62676-4 projecteringsbord:
De standaard geeft exact aan welke details op het projecteringsbord minimaal waargenomen dienen te worden, wanneer we willen spreken van identificatie, herkenning of overzicht.
Voorbeeld:
In ons voorgaande voorbeeld van identificatie bij de ingang, betekent dit dat de afzonderlijke details van de zwart-witte vlakken van de eerste naar de tweede cirkel, kunnen worden waargenomen.
3. Regelmatige toetsing/audits
Tenslotte geeft de standaard aan dat de beeldkwaliteit structureel en wederkerend (bijvoorbeeld door middel van een jaarlijkse steekproef) dient te worden getoetst.
De gedachte daarachter is eigenlijk heel eenvoudig uit te leggen:
- Als we na installatie geen aanpassingen meer aan de camera en de lens doen, dan zal de pixeldichtheid niet meer veranderen. De pixeldichtheid alléén is geen graadmeter voor de beeldkwaliteit.
- Het beoordelen van de beeldkwaliteit is alleen een ander verhaal. Elke camera, van welk merk dan ook, is in meer of mindere mate onderhevig aan beelddegradatie: de beeldkwaliteit (de mate waarin we forensische details kunnen onderscheiden) zal na verloop van tijd achteruit gaan.
Door regelmatige audits, bijvoorbeeld jaarlijks, ben je in staat om de beeldkwaliteit te toetsen aan de oorspronkelijk gevraagde functionaliteit.
Volgens de standaard dient bij de toetsing van de beeldkwaliteit gebruik te worden gemaakt van het voorgeschreven projecteringsbord. De regelmatige toetsing geeft inzicht in de degradatie van de beeldkwaliteit van de camera over de jaren heen en is daarmee onder andere ook een essentiële graadmeter voor de vervanging. Wanneer de oorspronkelijk gevraagde functionaliteit (in ons voorbeeld: de ‘identificatie bij de ingang’) niet meer wordt behaald, is het moment gekomen om de camera te vervangen.
Figuur boven: schematische weergave van beelddegradatie over de jaren heen |
Relatie IEC 62676-4 standaard met TCO (Total Cost of Ownership)
Ten tijde van installatie zal de camera ongetwijfeld voldoen aan de gestelde functionele en kwaliteitseisen. Logisch, want de camera is immers geheel nieuw. Door middel van structurele, wederkerende audits op de beeldkwaliteit, toets je de functionaliteit en beeldkwaliteit gedurende de opvolgende jaren. De IEC62676-4 standaard, geeft je dus een middel om beeldkwaliteit te borgen over de looptijd van het project!
Bij ‘goede beeldkwaliteit op langere termijn’ speelt de beelddegradatie dus een belangrijke rol. Daarmee samenhangend speelt ook de kwaliteit van de camera een belangrijke rol. Uitgangspunt daarbij is dat een kwalitatief hoogwaardige camera, ook langzamer zal degraderen. En dat leidt dan weer tot behoud van de forensische details in het camerabeeld over een langere periode.
Axis houdt in het ontwerpproces van de camera al rekening met de doelstellingen van de IEC 62676-4 standaard. Door ‘beeldkwaliteit over de jaren heen’ centraal te stellen, maak je andere ontwerpkeuzes en kies je voor hoogwaardigere materialen. We ontwerpen de camera met de insteek om beeldkwaliteit te behouden, over een beduidend lange periode.
Beste prijs-kwaliteitverhouding
De aanschafprijs van de camera is dus niet heilig. Uiteindelijk schaf je een camera aan voor meerdere jaren. Het loont om te investeren in een kwalitatief hoogwaardige camera, als je daarmee langer de benodigde forensische details in het camerabeeld kunt waarnemen. Uiteindelijk vertaalt deze kwaliteit zich in minder verstoringen, minder uitval en vooral tot langere intervalperioden tussen vervanging van de componenten. Daarmee beïnvloed je de TCO in positieve zin.
De IEC-EN-NEN 62676-4 standaard heeft als doelstelling om de beeldkwaliteit over een langere periode te borgen. Daarmee zet deze standaard de beeldkwaliteit op de eerste plaats, en niet de aanschafprijs van de camera. Uiteindelijk leidt dit tot de beste prijs-kwaliteitverhouding op langere termijn.
Meer weten over TCO? Neem gerust contact met mij op.
Erik Baeten
Business Development Manager A&E Benelux
E-mail: erik.baeten@axis.com | Tel. +31 10 750 4678 | LinkedIn
Eerdere edities van Erik's Corner: