Overslaan en naar hoofdinhoud gaan

Erik's Corner: Beeldkwaliteit maakt het verschil

4 minuten leestijd
geschreven door:
Camera on intersection

Regelmatig hoor ik opmerkingen als: “Tegenwoordig zijn alle camera’s hetzelfde” en “Er bestaan geen slechte camera’s meer.” Toch is dat een misvatting. Want waar vraagt een klant nu eigenlijk om: om een camera, of om een camerabeeld? 

In vrijwel alle gevallen draait het de klant uiteindelijk om één ding: een bruikbaar camerabeeld dat de juiste details laat zien om beslissingen op te baseren. De camera is slechts het middel. Het beeld is het doel.

Wat bepaalt goede beeldkwaliteit?

Een camerabeeld moet voldoende specifieke – vaak forensische – details bevatten. Denk aan het kunnen herkennen of identificeren van personen, objecten of gebeurtenissen. Die details moeten bovendien onder alle relevante omstandigheden zichtbaar zijn: overdag, ’s avonds, ’s nachts, bij kunstlicht en zelfs wanneer er beweging in beeld is.

Daarnaast wil je deze kwaliteit niet alleen op de dag van installatie, maar ook nog over vijf jaar kunnen garanderen. Beeldkwaliteit moet je dus monitoren en borgen over een langere periode.

Hoe beschrijf en borg je beeldkwaliteit?

De IEC 62676-standaard biedt hiervoor een praktisch en gestructureerd kader. Vooral deel 4 en 5 richten zich volledig op beeldkwaliteit. De norm werkt met vier stappen:

  1. Bepaal de doelstelling van elke camera. Voor elke camerapositie leg je drie zaken vast:
    1. De doelstelling - Vb: het registreren van alle personen die binnenkomen via de entree.
    2. Het benodigde detailniveau - Vb: personen moeten identificeerbaar zijn.
    3. De omstandigheden - Vb: zichtbaarheid bij daglicht, avond/nacht, plus wanneer iemand in beweging is.
  2. Koppel het juiste pixeldetail - De norm koppelt elk detailniveau aan een minimale pixeldichtheid. Voor identificatie: 250 pixels per meter.
  3. Test de kwaliteit met het projectiebord - Op de relevante positie plaats je het voorgeschreven projectiebord. Je beoordeelt of de merktekens behorend bij het gewenste detailniveau duidelijk zichtbaar zijn, onder alle eerder vastgelegde omstandigheden. De bevindingen leg je vast in een fotoboek: dit is je nulmeting.
  4. Herhaal de audit jaarlijks - De norm schrijft voor dat je periodiek toetst of de camerabeelden nog steeds aan de oorspronkelijke doelstelling voldoen. Zo borg je beeldkwaliteit over de hele levensduur van het systeem. Deze methodiek maakt beeldkwaliteit objectief, meetbaar en herhaalbaar, en geeft een helder kader om de prestaties van een camerasysteem te monitoren.

Hoe beïnvloedt beeldkwaliteit de TCO?

Want dat is een belangrijke vraag: Hoe verhoudt dit alles zich tot de total cost of ownership? Beeldkwaliteit wordt beïnvloed door zowel externe als interne factoren.

  • Externe factoren - Hieronder vallen zaken die buiten de invloedssfeer van de fabrikant liggen, zoals:
    • Vegetatie die groeit in de zichtlijn
    • Nieuw straatmeubilair of bebording
    • Verlichting die defect raakt

Deze factoren kunnen de beeldkwaliteit aantasten en moeten periodiek gecontroleerd worden.

  • Interne factoren (fabrikantafhankelijk) - Hier zit het echte verschil tussen camera’s. Denk aan:
    • Beelddegradatie door materiaalkeuze - Camera’s hangen jarenlang buiten en worden blootgesteld aan grote temperatuurverschillen. Als materialen niet dezelfde uitzettingscoëfficiënt hebben, verschuift op termijn het brandpunt, wat leidt tot onscherpte. 
      Hoogwaardige materialen verminderen die degradatie aanzienlijk.
    • Beeldkwaliteit in avond/nacht en bij beweging - Forensische details blijven vaak niet gelijk bij slechte lichtomstandigheden of “motion blur”. Hierin zijn grote kwaliteitsverschillen tussen camera’s te zien.
    • Ruis → bandbreedte → storage → kosten - Ruis wordt vooral veroorzaakt door:
      • Gebrek aan verlichting
      • Interne warmteproductie van de camera
      • Veroudering en vochtinzage

Meer ruis betekent meer bandbreedte en dus meer opslagcapaciteit. Dat tikt gedurende de levensduur flink aan. Kunststoffen kunnen uitharden, rubbers kunnen uitdrogen. Slechte materiaalkeuze leidt tot servicebezoeken, storingen en vervangingen– allemaal kosten die optellen in de TCO.

Hoogwaardige materialen leveren een aantoonbaar lagere TCO op

Een duurzame camera die jarenlang stabiele beeldkwaliteit levert, voorkomt legio problemen. Herconfiguratie, extra onderhoud, vervroegde vervanging, hogere opslagkosten, en verlies aan forensische waarde, om maar wat te noemen.  De investering zit dus niet in “de camera”, maar in het behoud van beeldkwaliteit over de jaren heen.

Wat ik je mee wil geven

Camera’s zijn absoluut niet allemaal gelijk. Het zijn juist de keuzes in ontwerp, sensor- en materiaaltechniek die bepalen hoe lang en hoe goed een camera bruikbare beelden blijft leveren. En dát bepaalt uiteindelijk de TCO.

Hoogwaardige camera’s die hun beeldkwaliteit jarenlang behouden, leveren een lagere total cost of ownership op – én geven de gebruiker de zekerheid dat het systeem blijft doen waarvoor het is bedoeld.

Wil je verder praten over dit onderwerp of ervaringen uitwisselen? Neem gerust contact met me op.

Erik Baeten

Erik Baeten, A&E Manager NL bij Axis Communications, heeft meer dan 25 jaar ervaring in beveiliging en crowd management. Hij ondersteunt consultants en systeemontwerpers met expertise op het gebied van beveiligingssystemen, cameratoepassingen, analyse en planning. Bij Axis informeert hij klanten over innovatieve beveiligingsoplossingen en zorgt hij ervoor dat ze up-to-date blijven met de nieuwste technologieën om slimmere, veiligere omgevingen te maken. Erik geeft ook inzicht in de Total Cost of Ownership (TCO)-benadering van Axis.

Erik Baeten